initiatielessen karate

Geschiedenis van Karate, Historiek JKA Shotokan Belgie

Karate zoals we het nu kennen is ontstaan op Okinawa uit een combinatie van plaatselijke gevechtstechnieken (ti) en Chinese vechtkunst (tode).

Okinawa is een eiland gelegen tussen China en Japan. Voorheen bestuurd door feodale heren, werd het eiland in de 15e eeuw een confucianistische staat. Het dragen van zwaarden en het privé-bezit van grote hoeveelheden wapens werd verboden. Vandaar de uitbreiding van gevechtstechnieken zonder wapens die als ti bekend stonden. Later werd deze term verjapanst tot te wat hand betekent.

Een geschiedenis van Karate: Okinawa

Het koninkrijk Ryukyu, zoals het land toen bekend stond, bloeide op door de handel met China, Zuidoost Azië, Korea en Japan, totdat het in 1609 veroverd werd door de Japanse Satsuma clan. Het wapenedict werd verscherpt en alle wapens werden verboden. De ontwikkeling van te kwam daardoor in een stroomversnelling. Het is belangrijk te vermelden dat er geen enkele historische aanwijzing is die zelfs maar suggereert dat, zoals vaak naar voor gebracht wordt, ongewapende boeren op Okinawa vechtsystemen ontwikkelden als middel om hun Satsuma opperheren te verdrijven. Te werd gepraktiseerd als zelfverdediging en als persoonlijk middel tot zelfontwikkeling door de adel. De kunst werd in het geheim beoefend en doorgegeven van vader op zoon in de samoeraiklasse. De samoerais verarmden en gingen noodgedwongen andere beroepen uitoefenen zodat te zich onder andere sociale klassen verspreidde.

Sakugawa (1782-1865)

Eind 17e en begin 18e eeuw werd te vermengd met tode, de Chinese vorm van zelfverdediging. Okinawanen gingen Chinees boksen in China bestuderen en Chinezen kwamen op Okinawa onderwijzen. Zo ging de Okinawaan Sakugawa naar Peking. Bij zijn terugkomst wordt hij Tode Sakugawa genoemd, of ook wel Karate Sakugawa. De term karate betekende toen Chinese Hand.

Sokon Matsumura (ca 1809-1901)

Matsumura werd geboren in een adellijke familie in Shuri. Hij was een goede leerling en een bekende kalligraaf. Reeds jong leerde hij, zoals veel jongeren uit Shuri, de grondbeginselen van te. Later leerde hij het gebruik van de staf van Tode Sakugawa die deze kunst in China geleerd had. Matsumura was lijfwacht voor de laatste drie Ryukyu koningen. Na zijn pensionering gaf hij karateles. Onder zijn leerlingen bevond zich Anko Itosu.

Anko Itosu (1832-1916)

Het moderne karate begint met Anko Itosu. Hij maakte het klassieke karate van Matsumura toegankelijker voor een groter publiek. Hij introduceerde karate in de lagere school in Shuri, als onderdeel van de opvoeding. Terwijl traditioneel karate steeds onderricht werd aan enkele zorgvuldig uitgekozen leerlingen, onderwees Itosu karate in groep. Voor de jonge kinderen haalde hij de gevaarlijke technieken eruit. Hij gebruikte vooral stoot- en afweertechnieken. De kata Chiang Nan, die hij geleerd had van een Chinees die op Okinawa leefde, vereenvoudigde hij tot 5 basiskata's die hij Pinan noemde.

Een geschiedenis van Karate: Anko Itosu

Itosu bracht een belangrijke verandering in het klassieke karate door het combattief aspect te verdoezelen om van karate een fysiek en educatief middel te maken. Zijn ideeën leidden tot de introductie van karate op alle scholen op Okinawa en later verspreidde het zich over het Japanse vasteland. Uiteindelijk speelde het een essentiële rol in het militaristische indoctrinatieprogramma.

Hij stierf in 1916 op vijventachtigjarige leeftijd en liet een indrukwekkende lijst van leerlingen na. Eén van deze leerlingen was Gichin Funakoshi die vaak aanzien wordt als de stichter van het moderne karate, wat gezien het werk van Anko Itosu niet helemaal juist is.

Gichin Funakoshi (1886-1957)

Van Anko Itosu’s leerlingen is op het Japanse vasteland Gichin Funakoshi waarschijnlijk de meest bekende. In het begin van de 20ste eeuw werden veel waarden en verboden overboord gegooid en stond Japan veel toleranter tegenover de beoefening van de vechtkunst door de bewoners van Okinawa. De Japanse marine had grote belangstelling voor Okinawa-te en na een succesvolle demonstratie werd Funakoshi uitgenodigd in Japan. Hij werd er goed ontvangen en op aandringen van Jigoro Kano, de stichter van het Judo, besloot hij in Tokio te blijven. Hij stichtte er de Shotokan of Shoto's club. Shoto betekent wuivende pijnboom en was Funakoshi’s pseudoniem dat hij gebruikte bij het schrijven van gedichten.

Een geschiedenis van Karate, Gichin Funakoshi

Aanvankelijk noemde hij zijn vechtkunst Ryukyu Kempo, de Okinawatechniek van de Vuist. Dit leidde tot verwarring want er bestond al een Japan Kempo. Dit was een afdeling van Jiu Jutsu en werd door zijn gewelddadigheid verboden door de Japanse regering. Daarom veranderde Funakoshi de naam naar Karate-do, de Techniek van de Chinese Hand.

Vlak voor het uitbreken van WOII begon zich in Japan een anti-Chinese sfeer te ontwikkelen. Door een minieme verandering in kalligrafie werd het karakter van Karate-do, de Techniek van de Chinese Hand veranderd in Karate-do, De techniek van de Lege Hand.

Teneinde aan grotere groepen les te kunnen geven, werden de bewegingen opgesplitst om het leerproces te vergemakkelijken. Omdat hij zich bewust was van de gevaren van de oorspronkelijke gevechtskunst van Okinawa, verbood hij het vrije gevecht. Funakoshi geloofde dat kata's de enige manier vormden om Karate-do technieken goed uit te voeren. Hij ontwikkelde 15 basiskata's. De 5 Pinan-kata's van Itosu veranderde hij in 5 Heian-kata's.

Hij benadrukte de educatieve waarde van karate. Zijn basisprincipes:
eerlijkheid, hoffelijkheid, nederigheid, moed en zelfcontrole,
zijn nog altijd essentieel in de huidige Shotokan-stijl. Zijn beroemde zegswijze Karate ni sente nashi betekent dat men nooit moet aanvallen en indien men aangevallen wordt, moet men zich enkel verdedigen.

Een geschiedenis van karate, shotokan tijger

Sommigen echter keurden zijn Karate-do openlijk af, door het als niet doeltreffend en incompleet af te doen. Zijn leerlingen bleven Karate-do testen door middel van jiyu kumite. Ook zijn zoon Yoshitaka Funakoshi zocht naar efficiëntie in karate.

Yoshitaka wilde de technieken en de strategie van het vrije gevecht op punt stellen. Hij voegde aan het karate van zijn vader amplitude en dynamisme toe. Hij verlaagde de standen en breidde de voetenstanden uit tot het formaat dat we tegenwoordig kennen. De huidige Shotokan-stijl weerspiegelt meer de stijl van Yoshitaka dan die van zijn vader.

Yoshitaka die gevormd werd om zijn vader op te volgen stierf echter 10 jaar voor zijn vader. In datzelfde jaar, 1947, werd de JKA, Japanse Karate Associatie, opgericht met Gichin Funakoshi aan het hoofd.

Even leek er uniformiteit te komen in de Shotokan-school, maar uiteenlopende meningen omtrent het beoefenen en onderrichten van karate zorgden voor conflicten. Het was een grote teleurstelling voor Funakoshi dat hij niet in staat was alle karatestijlen onder het vaandel van de JKA te brengen.

Masatoshi Nakayama ( 1913-1987)

Nakayama begon zijn studie van Karate-do onder Gichin Funakoshi en zette de traditie van zijn leraar verder. Hij was hoogleraar-directeur lichamelijke opvoeding aan de Takoshoku Universiteit, waar hij in 1937 afstudeerde. Sinds 1955 en tot aan zijn dood in 1987 was hij hoofdinstructeur van de Japanse Karate Associatie.

Als houder van de 9de Dan heeft hij pionierswerk verricht bij het introduceren van het Karate-do in het buitenland en bij de ontwikkeling van karate als sport op wetenschappelijke basis.

Eén van zijn leerlingen was Satoshi Miyazaki.

Satoshi Miyazaki (1938-1993)

Eind 1967 werd Sensei Satoshi Miyazaki, 7de Dan JKA, naar België uitgenodigd als lesgever. Hij was gedurende ongeveer 25 jaar nationaal instructeur. Onder leiding van Sensei Miyazaki groeide de Shotokan JKA-groep uit tot de grootste stijlgroep in België.

Sergio Gneo

De Belgische J.K.A. Karate wordt momenteel geleid door Sensei Sergio Gneo, 7de Dan J.K.A. en hoofdverantwoordelijke J.K.A. Belgium. Hij wordt bijgestaan door tal van gerenommeerde hogere dan-graden.

Sai Sei Kan

De club werd eind 1992 opgericht door B. Standaert. Bij gebrek aan een verantwoordelijke en vaste lesgever, nam Theo Lint, 4de Dan J.K.A en gediplomeerd BLOSO-lesgever en jeugdsportbegeleider, officieel sinds april 1994 de eindverantwoordelijkheid van de club. Zelf is hij lid van de club Teku-Kan van Gent. Zijn opleiding kreeg hij van Sensei Satoshi Miyazaki, 8 ste Dan J.K.A., die gedurende ongeveer 25 jaar nationaal instructeur was.

Eind mei 1993 overleed de Sensei. Te zijner eer en nagedachtenis engageerde onze Sempai zich om karate in Oudenaarde te stimuleren, gezien er in deze regio geen kwalitatieve karate voorzien was.